Artikel 37, Wederzijdse bijstand

1. Waar een entiteitEntiteit Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die als zodanig is opgericht en erkend door het nationale recht van zijn vestigingsplaats en die in eigen naam rechten kan uitoefenen en verplichtingen kan hebben. Definitie volgens artikel 6 van Richtlijn (EU) 2022/2555 (NIS2-richtlijn) diensten verricht in meer dan één lidstaat, of diensten verricht in één of meer lidstaten en zijn netwerk en informatiesystemen zich in één of meer andere lidstaten bevinden, werken de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten samen en verlenen zij elkaar de nodige bijstand. Deze samenwerking houdt ten minste in dat:

(a) de bevoegde autoriteiten die in een lidstaat toezichts- of handhavingsmaatregelen toepassen, informeren en raadplegen via het ene loket de bevoegde autoriteiten in de andere betrokken lidstaten over de genomen toezichts- en handhavingsmaatregelen;

(b) kan een bevoegde autoriteit een andere bevoegde autoriteit verzoeken toezichts- of handhavingsmaatregelen te nemen;

(c) een bevoegde autoriteit verleent, na ontvangst van een met redenen omkleed verzoek van een andere bevoegde autoriteit, de andere bevoegde autoriteit wederzijdse bijstand die in verhouding staat tot haar eigen middelen, zodat de toezicht- of handhavingsmaatregelen op effectieve, efficiënte en consistente wijze kunnen worden uitgevoerd.

De in de eerste alinea, onder c), bedoelde wederzijdse bijstand kan betrekking hebben op informatieverzoeken en toezichtmaatregelen, waaronder verzoeken om inspecties ter plaatse of controles ter plaatse of gerichte beveiligingsaudits uit te voeren. Een bevoegde autoriteit tot welke een verzoek om bijstand wordt gericht, wijst dit verzoek niet af, tenzij vaststaat dat zij niet bevoegd is om de gevraagde bijstand te verlenen, de gevraagde bijstand niet in verhouding staat tot de toezichthoudende taken van de bevoegde autoriteit, of het verzoek informatie betreft of activiteiten behelst waarvan openbaarmaking of uitvoering strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van de nationale veiligheid, openbare veiligheid of defensie van de lidstaat. Alvorens een dergelijk verzoek te weigeren, raadpleegt de bevoegde autoriteit de andere betrokken bevoegde autoriteiten en, op verzoek van een van de betrokken lidstaten, de Commissie en ENISA.

2. In voorkomend geval en met onderlinge instemming kunnen de bevoegde autoriteiten van verschillende lidstaten gezamenlijke toezichtacties ondernemen.