{"id":1146,"date":"2024-01-29T16:47:57","date_gmt":"2024-01-29T16:47:57","guid":{"rendered":"https:\/\/nis2resources.eu\/?page_id=1146"},"modified":"2024-08-11T22:16:06","modified_gmt":"2024-08-11T22:16:06","slug":"preambule","status":"publish","type":"page","link":"https:\/\/nis2resources.eu\/nl\/richtlijn-5\/preambule\/","title":{"rendered":"Preambule"},"content":{"rendered":"
van 17 april 2019<\/p>\n\n\n\n
over ENISA (het Agentschap van de Europese Unie voor CyberbeveiligingCyberbeveiliging<\/span> \"cyberbeveiliging\": cyberbeveiliging als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2019\/881; - \"cyberbeveiliging\": cyberbeveiliging als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2019\/881. Definitie volgens artikel 6 van Richtlijn (EU) 2022\/2555 (NIS2-richtlijn)<\/a>\r\r\"cyberbeveiliging\": de activiteiten die nodig zijn om netwerk- en informatiesystemen, de gebruikers van dergelijke systemen en andere personen die te maken hebben met cyberdreigingen, te beschermen; - Definitie overeenkomstig artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2019\/881;<\/span><\/span><\/span>) en inzake cyberbeveiligingscertificering voor informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526\/2013 (Cyberbeveiligingswet)<\/p>\n\n\n\n (Voor de EER relevante tekst)<\/p>\n<\/div>\n\n\n\n <\/p>\n\n\n\n HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Overwegende hetgeen volgt:<\/p>\n\n\n\n (1) Netwerk- en informatiesystemen en elektronische communicatienetwerken en -diensten spelen een cruciale rol in de samenleving en zijn de ruggengraat van de economische groei geworden. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) ligt aan de basis van de complexe systemen die de dagelijkse maatschappelijke activiteiten ondersteunen, onze economie\u00ebn draaiende houden in belangrijke sectoren zoals gezondheid, energie, financi\u00ebn en vervoer, en met name de werking van de interne markt ondersteunen.<\/p>\n\n\n\n (2) Het gebruik van netwerk- en informatiesystemen door burgers, organisaties en bedrijven in de hele Unie is inmiddels alomtegenwoordig. Digitalisering en connectiviteit worden kernelementen van een steeds groeiend aantal producten en diensten en met de komst van het internet van de dingen (ivd) wordt verwacht dat in het komende decennium in de hele Unie een extreem groot aantal verbonden digitale apparaten zal worden ingevoerd. Hoewel steeds meer apparaten met het internet verbonden zijn, zijn beveiliging en veerkracht bij het ontwerp onvoldoende ingebouwd, wat leidt tot onvoldoende cyberbeveiliging. In dat verband leidt het beperkte gebruik van certificering ertoe dat individuele, organisatorische en zakelijke gebruikers onvoldoende informatie hebben over de cyberbeveiligingskenmerken van ICT-producten, ICT-diensten en ICT-processen, wat het vertrouwen in digitale oplossingen ondermijnt. Netwerk- en informatiesystemen kunnen alle aspecten van ons leven ondersteunen en de economische groei van de Unie stimuleren. Zij vormen de hoeksteen van de digitale eengemaakte markt.<\/p>\n\n\n\n (3) Door de toegenomen digitalisering en connectiviteit nemen de risico's op het gebied van cyberbeveiliging toe, waardoor de samenleving als geheel kwetsbaarder wordt voor cyberdreigingen en de gevaren voor individuen, waaronder kwetsbare personen zoals kinderen, toenemen. Om deze risico's te beperken, moeten alle nodige maatregelen worden genomen om de cyberbeveiliging in de Unie te verbeteren, zodat netwerk- en informatiesystemen, communicatienetwerken, digitale producten, diensten en apparaten die worden gebruikt door burgers, organisaties en bedrijven - vari\u00ebrend van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003\/361\/EG van de Commissie (4 ), tot exploitanten van kritieke infrastructuur - beter beschermd zijn tegen cyberdreigingen.<\/p>\n\n\n\n (4) Door de relevante informatie ter beschikking van het publiek te stellen, draagt het Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging van de Europese Unie (ENISA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 526\/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5 ), bij tot de ontwikkeling van de cyberbeveiligingsindustrie in de Unie, met name kmo's en start-ups. ENISA moet streven naar nauwere samenwerking met universiteiten en onderzoeksinstellingen om de afhankelijkheid van cyberbeveiligingsproducten en -diensten van buiten de Unie te verminderen en de toeleveringsketens binnen de Unie te versterken.<\/p>\n\n\n\n (5) Cyberaanvallen nemen toe en een verbonden economie en samenleving die kwetsbaarder is voor cyberdreigingen en -aanvallen vereist een sterkere verdediging. Hoewel cyberaanvallen vaak grensoverschrijdend zijn, zijn de bevoegdheden van en de beleidsreacties van cyberbeveiligings- en rechtshandhavingsautoriteiten overwegend nationaal. Grootschalige incidenten kunnen de levering van essenti\u00eble diensten in de hele Unie verstoren. Dit vereist effectieve en geco\u00f6rdineerde reacties en crisisbeheer op het niveau van de Unie, voortbouwend op specifiek beleid en bredere instrumenten voor Europese solidariteit en wederzijdse bijstand. Bovendien zijn een regelmatige beoordeling van de staat van cyberbeveiliging en -veerkracht in de Unie, gebaseerd op betrouwbare gegevens van de Unie, en systematische voorspellingen van toekomstige ontwikkelingen, uitdagingen en bedreigingen, op EU- en mondiaal niveau, belangrijk voor beleidsmakers, de industrie en gebruikers.<\/p>\n\n\n\n (6) In het licht van de toegenomen uitdagingen op het gebied van cyberbeveiliging waarmee de Unie wordt geconfronteerd, is er behoefte aan een alomvattend pakket maatregelen dat voortbouwt op eerdere maatregelen van de Unie en dat wederzijds versterkende doelstellingen bevordert. Deze doelstellingen omvatten het verder vergroten van de capaciteiten en paraatheid van de lidstaten en het bedrijfsleven, alsmede het verbeteren van de samenwerking, informatie-uitwisseling en co\u00f6rdinatie tussen de lidstaten en de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie. Gezien de grenzeloze aard van cyberdreigingen is het voorts noodzakelijk om de capaciteiten op EU-niveau te vergroten die de maatregelen van de lidstaten kunnen aanvullen, met name in het geval van grootschalige grensoverschrijdende incidenten en crises, waarbij rekening moet worden gehouden met het belang van het behoud en de verdere versterking van de nationale capaciteiten om te reageren op cyberdreigingen van elke omvang.<\/p>\n\n\n\n (7) Er zijn ook extra inspanningen nodig om burgers, organisaties en bedrijven bewuster te maken van cyberbeveiligingskwesties. Aangezien incidenten het vertrouwen in digitale dienstDigitale service<\/span> iedere dienst van de informatiemaatschappij, dat wil zeggen iedere dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van een afnemer van diensten verricht wordt.\r\rIn deze definitie wordt verstaan onder: i) \"op afstand\": een dienst die wordt geleverd zonder dat de partijen gelijktijdig aanwezig zijn; ii) \"langs elektronische weg\": een dienst die verzonden en ontvangen wordt via elektronische apparatuur voor de verwerking (met inbegrip van digitale compressie) en de opslag van gegevens, en die geheel via draden, radio, optische middelen of andere elektromagnetische middelen wordt verzonden, doorgeleid en ontvangen; iii) \"op individueel verzoek van een afnemer van diensten\": een dienst die op individueel verzoek via de transmissie van gegevens wordt geleverd.\r\r- Definitie overeenkomstig artikel 1, lid 1, onder b), van Richtlijn (EU) 2015\/1535 van het Europees Parlement en de Raad.<\/span><\/span><\/span> aanbieders en op de digitale eengemaakte markt zelf, met name onder consumenten, moet het vertrouwen verder worden versterkt door op transparante wijze informatie te verstrekken over het beveiligingsniveau van ICT-producten, ICT-diensten en ICT-processen, waarbij wordt benadrukt dat zelfs een hoog niveau van cyberbeveiligingscertificering niet kan garanderen dat een ICT-product, ICT-dienst of ICT-proces aan de hoogste eisen voldoet. ICT-productICT-product<\/span> Een element of groep elementen van een netwerk of informatiesysteem. - Definitie overeenkomstig artikel 2, punt 12, van Verordening (EU) 2019\/881.<\/span><\/span><\/span>, ICT-dienstICT-dienst<\/span> Een dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat uit het overbrengen, opslaan, opvragen of verwerken van informatie door middel van netwerken en informatiesystemen - Definitie overeenkomstig artikel 2, punt 13, van Verordening (EU) 2019\/881.<\/span><\/span><\/span> of ICT-procesICT-proces<\/span> Een reeks activiteiten voor het ontwerpen, ontwikkelen, leveren of onderhouden van een ICT-product of ICT-dienst. - Definitie overeenkomstig artikel 2, punt 14, van Verordening (EU) 2019\/881.<\/span><\/span><\/span> volledig veilig is. Een groter vertrouwen kan worden bevorderd door certificering in de hele Unie die voorziet in gemeenschappelijke cyberbeveiligingseisen en evaluatiecriteria voor alle nationale markten en sectoren.<\/p>\n\n\n\n (8) Cyberbeveiliging is niet alleen een kwestie van technologie, maar ook van menselijk gedrag. Daarom moet \"cyberhygi\u00ebne\", d.w.z. eenvoudige routinemaatregelen die, wanneer ze door burgers, organisaties en bedrijven worden uitgevoerd en regelmatig worden uitgevoerd, hun blootstelling aan risico's van cyberdreigingen tot een minimum beperken, sterk worden bevorderd.<\/p>\n\n\n\n (9) Om de cyberbeveiligingsstructuren van de Unie te versterken, is het van belang de capaciteit van de lidstaten om cyberdreigingen, met inbegrip van grensoverschrijdende incidenten, alomvattend aan te pakken, in stand te houden en te ontwikkelen.<\/p>\n\n\n\n (10) Bedrijven en individuele consumenten moeten accurate informatie krijgen over de mate van zekerheid waarmee de beveiliging van hun ICT-producten, ICT-diensten en ICT-processen is gecertificeerd. Tegelijkertijd is geen enkel ICT-product of ICT-dienst volledig cyberveilig en moeten basisregels inzake cyberhygi\u00ebne worden bevorderd en prioriteit krijgen. Gezien de groeiende beschikbaarheid van IoT-apparaten is er een reeks vrijwillige maatregelen die de private sector kan nemen om het vertrouwen in de beveiliging van ICT-producten, ICT-diensten en ICT-processen te versterken.<\/p>\n\n\n\n (11) Moderne ICT-producten en -systemen integreren vaak en steunen op een of meer technologie\u00ebn en componenten van derden, zoals softwaremodules, bibliotheken of toepassingsprogramma-interfaces. Deze afhankelijkheid, die \"afhankelijkheid\" wordt genoemd, kan extra risico's voor cyberbeveiliging opleveren, aangezien kwetsbaarheden in componenten van derden ook de beveiliging van de ICT-producten, ICT-diensten en ICT-processen kunnen aantasten. In veel gevallen kunnen eindgebruikers van ICT-producten, ICT-diensten en ICT-processen hun cyberbeveiliging verbeteren door dergelijke afhankelijkheden te identificeren en te documenteren. risicoRisico<\/span> Betekent de kans op verlies of verstoring veroorzaakt door een incident en moet worden uitgedrukt als een combinatie van de omvang van een dergelijk verlies of verstoring en de waarschijnlijkheid dat het incident zich voordoet. Definitie volgens artikel 6 van Richtlijn (EU) 2022\/2555 (NIS2-richtlijn)<\/a><\/span><\/span><\/span> beheeractiviteiten door bijvoorbeeld de cyberbeveiliging van gebruikers te verbeteren kwetsbaarheidKwetsbaarheid<\/span> Een zwakte, gevoeligheid of tekortkoming van ICT-producten of ICT-diensten die door een cyberdreiging kan worden uitgebuit. Definitie volgens artikel 6 van Richtlijn (EU) 2022\/2555 (NIS2-richtlijn)<\/a><\/span><\/span><\/span> beheer- en herstelprocedures.<\/p>\n\n\n\n (12) Organisaties, fabrikanten of aanbieders die betrokken zijn bij het ontwerp en de ontwikkeling van ICT-producten, ICT-diensten of ICT-processen moeten worden aangemoedigd om in de vroegste ontwerp- en ontwikkelingsfasen maatregelen te treffen om de beveiliging van deze producten, diensten en processen zo goed mogelijk te beschermen, zodat cyberaanvallen worden vermoed en de impact ervan wordt geanticipeerd en geminimaliseerd (\"security-by-design\"). De beveiliging moet gedurende de hele levensduur van het ICT-product, de ICT-dienst of het ICT-proces worden gewaarborgd door ontwerp- en ontwikkelingsprocessen die voortdurend evolueren om het risico op schade door kwaadwillige exploitatie te beperken.<\/p>\n\n\n\n (13) Ondernemingen, organisaties en de publieke sector moeten de door hen ontworpen ICT-producten, ICT-diensten of ICT-processen configureren op een manier die een hoger beveiligingsniveau waarborgt, zodat de eerste gebruiker een standaardconfiguratie met de veiligst mogelijke instellingen krijgt (\"standaardbeveiliging\"), waardoor de gebruikers minder worden belast omdat zij een ICT-product, ICT-dienst of ICT-proces naar behoren moeten configureren. Standaardbeveiliging mag geen uitgebreide configuratie, specifieke technische kennis of niet-intu\u00eftief gedrag van de gebruiker vereisen, en moet bij implementatie gemakkelijk en betrouwbaar werken. Als een risico- en bruikbaarheidsanalyse per geval tot de conclusie leidt dat een dergelijke standaardinstelling niet haalbaar is, moeten gebruikers worden gevraagd te kiezen voor de veiligste instelling.<\/p>\n\n\n\n (14) Bij Verordening (EG) nr. 460\/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6 ) is het ENISA opgericht met als doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van een hoog en doeltreffend niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie, en een cultuur van netwerk- en informatiebeveiliging ten behoeve van burgers, consumenten, bedrijven en overheidsinstanties te ontwikkelen. Bij Verordening (EG) nr. 1007\/2008 van het Europees Parlement en de Raad (7 ) is het mandaat van ENISA verlengd tot maart 2012. Bij Verordening (EU) nr. 580\/2011 van het Europees Parlement en de Raad (8 ) is het mandaat van het ENISA verlengd tot 13 september 2013. Bij Verordening (EU) nr. 526\/2013 is het mandaat van het ENISA verlengd tot 19 juni 2020.<\/p>\n\n\n\n (15) De Unie heeft al belangrijke stappen gezet om cyberbeveiliging te waarborgen en het vertrouwen in digitale technologie\u00ebn te vergroten. In 2013 werd de cyberbeveiligingsstrategie van de Europese Unie vastgesteld als leidraad voor de beleidsreactie van de Unie op cyberdreigingen en -risico's. In een poging om burgers online beter te beschermen, werd in 2016 de eerste rechtshandeling van de Unie op het gebied van cyberbeveiliging vastgesteld in de vorm van Richtlijn (EU) 2016\/1148 van het Europees Parlement en de Raad (9). Richtlijn (EU) 2016\/1148 stelde eisen aan de nationale capaciteiten op het gebied van cyberbeveiliging, stelde de eerste mechanismen in om de strategische en operationele samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren, en introduceerde verplichtingen met betrekking tot beveiligingsmaatregelen en de bescherming van persoonsgegevens. incidentIncident<\/span> Een gebeurtenis die de beschikbaarheid, authenticiteit, integriteit of vertrouwelijkheid in gevaar brengt van opgeslagen, verzonden of verwerkte gegevens of van de diensten die worden aangeboden door of toegankelijk zijn via netwerk- en informatiesystemen. Definitie volgens artikel 6 van Richtlijn (EU) 2022\/2555 (NIS2-richtlijn)<\/a><\/span><\/span><\/span> kennisgevingen in sectoren die van vitaal belang zijn voor de economie en de samenleving, zoals energie, vervoer, drinkwatervoorziening en -distributie, bankwezen, infrastructuur van de financi\u00eble markten, gezondheidszorg, digitale infrastructuur en belangrijke leveranciers van digitale diensten (zoekmachines, cloudcomputingdiensten en online marktplaatsen).<\/p>\n\n\n\n ENISA kreeg een sleutelrol toebedeeld bij de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van die richtlijn. Daarnaast is de effectieve bestrijding van cybercriminaliteit een belangrijke prioriteit in de Europese agenda voor veiligheid, die bijdraagt aan de algemene doelstelling om een hoog niveau van cyberbeveiliging te bereiken. Andere rechtshandelingen zoals Verordening (EU) 2016\/679 van het Europees Parlement en de Raad (10 ) en Richtlijnen 2002\/58\/EG (11 ) en (EU) 2018\/1972 (12 ) van het Europees Parlement en de Raad dragen ook bij aan een hoog niveau van cyberbeveiliging op de digitale eengemaakte markt.<\/p>\n\n\n\n (16) Sinds de aanneming van de cyberbeveiligingsstrategie van de Europese Unie in 2013 en de laatste herziening van het mandaat van het ENISA is de algemene beleidscontext aanzienlijk veranderd aangezien de mondiale omgeving onzekerder en minder veilig is geworden. Tegen die achtergrond en in de context van de positieve ontwikkeling van de rol van het ENISA als referentiepunt voor advies en expertise, als facilitator van samenwerking en capaciteitsopbouw en in het kader van het nieuwe cyberbeveiligingsbeleid van de Unie, is het noodzakelijk het mandaat van het ENISA te herzien, zijn rol in het veranderde ecosysteem van cyberbeveiliging te bepalen en ervoor te zorgen dat het op doeltreffende wijze bijdraagt aan de respons van de Unie op de uitdagingen op het gebied van cyberbeveiliging die voortvloeien uit het radicaal veranderde cyberdreigingCyberdreiging<\/span> elke potenti\u00eble omstandigheid, gebeurtenis of actie die netwerk- en informatiesystemen, de gebruikers van dergelijke systemen en andere personen kan beschadigen, verstoren of anderszins nadelig kan be\u00efnvloeden - definitie overeenkomstig artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2019\/881<\/span><\/span><\/span> landschap, waarvoor, zoals tijdens de evaluatie van ENISA werd erkend, het huidige mandaat niet volstaat.<\/p>\n\n\n\n (17) Het bij deze verordening opgerichte ENISA moet het bij Verordening (EU) nr. 526\/2013 opgerichte ENISA opvolgen. Het ENISA dient de taken uit te voeren die het bij deze verordening en andere rechtshandelingen van de Unie worden toebedeeld op het gebied van cyberbeveiliging, onder meer door advies en deskundigheid te verstrekken en op te treden als een informatie- en kenniscentrum van de Unie. Het dient de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten en private belanghebbenden te bevorderen, beleidsvoorstellen te doen aan de Commissie en de lidstaten, als referentiepunt te fungeren voor sectorale beleidsinitiatieven van de Unie met betrekking tot cyberbeveiligingskwesties, en operationele samenwerking te stimuleren, zowel tussen de lidstaten onderling als tussen de lidstaten en de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie.<\/p>\n\n\n\n (18) In het kader van Besluit 2004\/97\/EG, Euratom, genomen bij onderlinge overeenstemming tussen de vertegenwoordigers van de lidstaten, op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders bijeen (13 ), hebben de vertegenwoordigers van de lidstaten besloten dat ENISA zijn zetel zal hebben in een door de Griekse regering aan te wijzen stad in Griekenland. De gastlidstaat van ENISA moet zorgen voor de best mogelijke omstandigheden voor de vlotte en effici\u00ebnte werking van ENISA. Het is absoluut noodzakelijk voor de goede en effici\u00ebnte uitvoering van zijn taken, voor het aanwerven en behouden van personeel en voor het vergroten van de effici\u00ebntie van netwerkactiviteiten dat ENISA op een geschikte locatie wordt gevestigd, onder meer door te zorgen voor passende vervoersverbindingen en faciliteiten voor echtgenoten en kinderen die personeelsleden van ENISA vergezellen. De nodige regelingen moeten worden vastgelegd in een overeenkomst tussen ENISA en de gastlidstaat, die wordt gesloten na goedkeuring door de raad van bestuur van ENISA.<\/p>\n\n\n\n (19) Gezien de toenemende risico's en uitdagingen op het gebied van cyberbeveiliging waarmee de Unie wordt geconfronteerd, moeten de financi\u00eble en personele middelen die aan het ENISA worden toegewezen, worden verhoogd in overeenstemming met de versterkte rol en taken van het agentschap en zijn kritieke positie in het ecosysteem van organisaties die het digitale ecosysteem van de Unie verdedigen, zodat het ENISA de taken die het bij deze verordening krijgt toebedeeld, doeltreffend kan uitvoeren.<\/p>\n\n\n\n (20) ENISA moet een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en handhaven en als referentiepunt fungeren, dat vertrouwen in de interne markt wekt door zijn onafhankelijkheid, de kwaliteit van zijn advies, de kwaliteit van de informatie die het verspreidt, de transparantie van zijn procedures, de transparantie van zijn werkmethoden en de zorgvuldigheid waarmee het zijn taken uitvoert. Het ENISA moet de nationale inspanningen actief ondersteunen en proactief bijdragen aan de inspanningen van de Unie, terwijl het zijn taken uitvoert in volledige samenwerking met de instellingen, organen en instanties van de Unie en met de lidstaten, waarbij dubbel werk moet worden vermeden en synergie moet worden bevorderd. Daarnaast moet ENISA voortbouwen op de inbreng van en samenwerking met de particuliere sector en andere relevante belanghebbenden. In een reeks taken moet worden vastgesteld hoe ENISA zijn doelstellingen moet verwezenlijken, terwijl flexibiliteit in zijn activiteiten mogelijk moet blijven.<\/p>\n\n\n\n (21) Om de operationele samenwerking tussen de lidstaten adequaat te kunnen ondersteunen, moet ENISA zijn technische en menselijke capaciteiten en vaardigheden verder versterken. Het ENISA moet zijn knowhow en capaciteiten vergroten. ENISA en de lidstaten kunnen op vrijwillige basis programma's ontwikkelen om nationale deskundigen bij ENISA te detacheren, pools van deskundigen te vormen en personeel uit te wisselen.<\/p>\n\n\n\n (22) Het ENISA dient de Commissie bij te staan door middel van adviezen, opinies en analyses met betrekking tot alle aangelegenheden van de Unie die verband houden met de ontwikkeling, actualisering en herziening van beleid en wetgeving op het gebied van cyberbeveiliging en de sectorspecifieke aspecten daarvan, teneinde de relevantie van beleid en wetgeving van de Unie met een cyberbeveiligingsdimensie te vergroten en de consistentie bij de uitvoering van dat beleid en die wetgeving op nationaal niveau mogelijk te maken. Het ENISA dient te fungeren als referentiepunt voor advies en expertise voor sectorspecifieke beleids- en wetgevingsinitiatieven van de Unie met betrekking tot kwesties die verband houden met cyberbeveiliging. Het ENISA dient het Europees Parlement regelmatig te informeren over zijn activiteiten.<\/p>\n\n\n\n (23) De publieke kern van het open internet, namelijk de belangrijkste protocollen en infrastructuur, die een mondiaal publiek goed zijn, zorgen voor de essenti\u00eble functionaliteit van het internet als geheel en ondersteunen de normale werking ervan. Het ENISA moet de veiligheid van de openbare kern van het open internet en de stabiliteit van de werking ervan ondersteunen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de belangrijkste protocollen (met name DNS, BGP en IPv6), de werking van het domeinnaamsysteem (zoals de werking van alle topleveldomeinen) en de werking van de rootzone.<\/p>\n\n\n\n (24) De onderliggende taak van het ENISA is het bevorderen van de consistente tenuitvoerlegging van het relevante rechtskader, met name de effectieve tenuitvoerlegging van Richtlijn (EU) 2016\/1148 en andere relevante rechtsinstrumenten die aspecten van cyberbeveiliging bevatten, wat essentieel is voor het vergroten van de cyberveerkracht. In het licht van het snel evoluerende cyberdreigingslandschap is het duidelijk dat de lidstaten moeten worden ondersteund door een meer omvattende, beleidsoverschrijdende aanpak om cyberveerkracht op te bouwen.<\/p>\n\n\n\n
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comit\u00e9 (1), Overwegende hetgeen volgt
Gezien het advies van het Comit\u00e9 van de Regio's (2), Overwegende hetgeen volgt
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),<\/p>\n\n\n\n